- niet te stil en niet te luid (volume)
- niet te snel en niet te traag (tempo)
- lees 'zingend' (intonatie)
- deel de langere woorden in stukjes op
- duid je struikel-woorden met fluo aan
- oefen de tekst verschillende keren
- lees vooraf thuis eens voor 'publiek' (papa, mama, grootouders, familie)
We lezen om beurt een deel van het verhaal op maandag 11 juni.